En hoe was het op Graspop?

Om een beetje weerwerk te bieden tegen al het Rock Werchter geweld na dit weekend, een postje over hoe het was op Graspop. Jazeker, ik geloof dat uw weekend RW superduper was, en ik hoop dat u er echt plezier aan beleefde. Mijn plezier lag in Dessel 🙂

Voor het 20-jarig bestaan van het festival zat de lineup vol nostalgie.

Op vrijdag kwamen we een later aan dan eerst voorzien. Wat ongevallen en veel volk om reuzen te gaan zien hadden roet in het eten gegooid. De eerste groep die we rustig konden bekijken was Heidevolk. Oude Nederlandse teksten over het leven van 2.000 jaar geleden op de Jupiler stage. Goed gebracht! Daarna repten we ons naar de mainstage voor BodyCount. Hoewel ik destijds te jong was heeft deze band steeds een stevige indruk gemaakt op mij. De nummers staan in mijn geheugen gebrand (en in mij Spotify playlist) en de band stelde niet teleur: een keiharde set, met een goede mix tussen het nieuwere werk en de steengoede klassiekers. Feest! Tijdens Slash grabbelden we snel iets om te eten, om dan te genieten van zijn virtuoos gitaarspel en de zeer goede vocals van Myles Kennedy. Ook hier kwamen de nodige klassiekers aan bod (Sweet Child of Mine!). De Zweden van In Flames zetten hierna de mainstage in vuur en vlam, en zweepten het publiek op tot een gigantische pit nadat ze eerst uitdaagden om zoveel mogelijk crowdsurfers in actie te krijgen. Aan de gemiddelde leeftijd van het publiek (een pak hoger dan vorig jaar) kon je duidelijk zien dat Kiss dé headliner was die avond. En ze stelden niet teleur: zoals je van hen kunt verwachten zetten ze een show vol effecten, keigoede klassieke rock en bloederige scènes neer. Natuurlijk met de nodige klassiekers maar ook hun recentere werk. Marilyn Manson kon daarna nog enkel de echte fans bekoren. Hoewel ik hem op CD wel leuk vind, was de live act niet echt inspirerend te noemen.

image

Zaterdag geraakten we er ietsje vroeger om rond te hangen in de metal market en pikten we nog wat Vallenfyre mee, om daarna te genieten van een groot bord poffertjes bij het laatste stuk Godsmack. Vallenfyre was een ontdekking voor mij, en ze waren heel erg goed! Godsmack loste de verwachtingen perfect in. Korpiklaani deed daarna de Marquee tent bijna uit zijn voegen barsten. En ja, wij waren die zotten die een polka dansten op één van de nummers, het was nu eenmaal een metal polka. Daarna installeerden we ons terug op de weide voor de mainstages. Vermeldde ik al dat ik dol ben op hun systeem van de dubbele mainstage? Slechts 10 minuten pauze tussen 2 hoofdacts, continu plezier! Five Finger Death Punch kende ik nog niet, maar had een zeer goede set die voor mij nog wat langer mocht duren. Alice Cooper bracht de nodige klassiekers binnen zijn mooi afgewerkte set vol horrorkitsch, precies wat je ervan zou verwachten. Korn werd mij wat te eentonig, en ik deed een dutje op ons picnicdeken. De set van Judas Priest zette de wei in vuur en vlam, maar aangezien we telkens een heel stuk te voet moesten doen en dan nog een eind rijden naar onze kampeersite in de tuin van de ouders van een vriendin (en ik moet toegeven dat ik geen 21 meer ben) verlieten we het terrein voor het de beurt was aan Slipknot. Ook de pitta van de avond voordien speelde mij parten.

image

Zondag waren we opnieuw vroeg genoeg op het terrein voor een paar ontdekkingen. Ensiferum in de Marquee was die dag namelijk de ontdekking van het festival voor mij. Ik heb wel een zwak voor pagan/folk en deze Finnen kunnen het minstens even goed (of zelfs beter) als Korpiklaani! Daarna schoven we aan voor de ambiance bij Papa Roach op de mainstage. Ook hier de nodige klassiekers. Amorphis, opnieuw een groep in de Marquee was een mooie ontdekking, komt ook zeker op de playlist hier! Toen was het opnieuw tijd om voor de mainstage te kamperen voor de rest van het festival: Motörhead deed wat ze moesten doen, namelijk heel veel ambiance brengen en eindigen met The Ace of Spades. Within Temptation stelde me wat teleur, met een tekort aan live mannelijke zang (allemaal opgenomen stemmen behalve heel even de gitarist), maar ook zij deden wat het publiek verwachtte en eindigden met hun grootste hits. Het hoogtepunt van het festival voor mij waren Scorpions. Hoe goed sommige sets ook zijn, de ervaring van die oudere generatie rockers blijft opvallend. Het niveau was plots totaal anders, met een sober podium maar dankbaar gebruik makend van LED schermen voor de effecten, perfect gespeeld en een geluidsniveau dat geen oordopjes vereiste maar op geen enkel moment te zacht leek (in tegenstelling tot zowat alle andere optredens, zelfs mij -35dB filters waren vaak geen overbodige luxe!). Kippenvelmoment toen heel de wei Wind of Change mee zong en floot in het laatste licht van de zon op het einde van de langste dag van het jaar. Ze speelden al hun hits, ze speelden ouder minder bekend werk en ze speelden recentere dingen. Alles vloeide perfect in elkaar en de iedereen genoot. Faith No More had het moeilijk om daarna de afsluiter te zijn, maar zag er “up to the challenge” uit. We bleven echter niet tot het einde. Volgend jaar zal ik moeten proberen meer uitgeslapen te zijn 😉

image

Geef een reactie