Roemenie deel 2: Transsylvanie

Dag 3 in Roemenie en we werden vriendelijk uitgenodigd voor een korte roadtrip naar Transsylvanie.

Ondanks populair geloof is er helemaal geen basis voor de verhalen over vampieren te vinden in Transsylvanie, de bewoners vragen zich nog steeds af waar dit in in godsnaam vandaan komt. Vlad Draculia was voor hen een heerser die weliswaar nogal bloederig tewerk ging maar ook een periode van relatieve rust en wettelijkheid introduceerde in Roemenie.

Ons traject:

Vooral de weg van Sinaia naar Brashov was moeilijk voor mij: we moesten door een bergpas met heel veel haarspeldbochten, mijn autoziekte stak de kop op en halverwege de afdaling moest ik toch even aan de kant. De omgeving van Sinaia is in de winter een populair skigebied en de gebouwen tonen dat ook direct aan: meer chalet-achtige stijl en de daken zijn vaak van vlakke metalen platen gemaakt, zodat zware sneeuwval er makkelijker afglijdt. Deze bergpas was vroeger bijna onbegaanbaar en werd zelfs te paard afgeraden. De huidige bergweg bestaat voor lange stukken uit een soort viaduct die tegen de bergwand hangt.

We stopten in Brashov rond de middag en wandelden even door de winkelstraat waar ik een mooie hanger met turkoois, robijn, opaal en carneool kocht. We bezochten de zwarte kerk, een kerk in zeer vroeg gothische stijl: je ziet al de puntige ramen en ornamenten maar de kerk heeft nog steeds zeer zware dikke muren. Er woedde een zware brand vandaar de bijnaam, maar nu is de kerk gerestaureerd en het zwarte is er af 😉
We lunchten opnieuw traditioneel Roemeens, in een restaurant-kelder die ook als ruimte voor trouwfeesten dienst doet. Eten staat nog meer centraal bij trouwfeesten in Roemenie dan in Belgie: 7 gangen is een minimum en er wordt doorheen heel het feest gedanst!
We stopten bij een plaatselijke bakker voor een zeer traditioneel dessert: Kürtőskalács. Dit dessert is eigenlijk meegebracht door de Hongaarse minderdheid, maar zelfs in Hongarije kennen ze dit niet (meer details in een latere post).

We reden verder naar het geboortestadje van onze gastvrouw en gastheer: Făgăraș. Hier bezochten we snel even de oude citadel en reden dan verder om tegen de avond aan te komen in onze eindbestemming: Sibiu.

Sibiu was Europese Culturele Hoofdstad in 2007 en werd toen ook grondig gerenoveerd. Op het centrale plein is het heerlijk vertoeven en hier vind je nog de originele kleine straatjes van de middeleeuwse citadelstad. We kochten er nog wat souvenirs: een set traditionele klei bekertjes om likeur in te serveren en 2 beschilderde klei schoteltjes. Deze stijl is blijkbaar zeer typisch voor Transsylvanie.

Jammer genoeg was het brouwersrestaurant dat onze gastheer absoluut wilde bezoeken definitief gesloten, maar hij kent gelukkig genoeg lekkere adresjes. Bij het avondeten genoten we van nog 2 verrassende desserts: Galuste cu prune (pruimenbeignets) en papanasi (een soort donuts geserveerd met rode vruchten en room).

We verbleven op gastenkamers (33€ per nacht voor 2 personen) vlakbij het centrum, dus de volgende ochtend verkenden we Sibiu nog wat meer voor we de terugreis moesten aanvangen. Op terugweg stopten we voor een bezoek aan Peleș Castle, het kasteel van de eerste koning van Roemenie dat gebouwd werd in de 19de eeuw maar voor zijn tijd uiterst modern was met elektriciteit, centrale verwarming, een lift en een elektrisch openend dakraam. De huidige (puur ceremoniele) koning is hier nog steeds eigenaar van maar heeft een contract afgesloten met de staat om het onderhoud te voorzien en rondleidingen toe te staan. Grappig detail: je kreeg slippers om over je schoenen aan te doen om de tapijten niet vuil te maken.

File:Peles-2007-bgiu.jpg

Na dit bezoek hielden we opnieuw halt in Sinaia voor een heerlijke late lunch. Die avond zat de trip er al op, terug in Boekarest openden de mannen nog een lekkere fles Roemeense wijn en begon ik aan het vrijwel onbegonnen werk om alle souvenirs in de handbagage te proppen.

Geef een reactie