De kindjes mochten opnieuw een paar weken mee met de grootouders naar zee. In augustus gingen we dan écht op verlof met het hele gezin, en naast wat luieren aan het strand en puffen in de hittegolf in Zuid Frankrijk die dus nog heter was dan in België bezochten we een aantal kleine maar mooie historische plaatsen:
La Couvertoirade, vestingdorpje van de orde van de Tempeliers, overgenomen door de Hospitaalridders nadat de eerste orde werd ontbonden door de Franse koning:
E
n het vlakbij gelegen dorpje Le Caylar, waar we de rots waartegen het dorp gebouwd is beklommen om het uitzicht te bewonderen. Er zijn restauratiewerken aan de gang aan de historische gebouwen rondom de rots.
aiges-Mortes is een beetje een traditie. Maar deze keer brachten we wat tijd door in een heel klein museum, met elektrische treinen. Aidan was er dol op en kreeg er maar niet genoeg van.
Saint-Guilhem-Le-Désert is één van de dorpen op de route naar Santiago de Compostela, en daarom dus opgenomen in de lijst van Unesco erfgoed als geheel binnen de route. Het staat ook in de lijst met mooiste dorpen van Frankrijk. En het is inderdaad wel een pareltje, maar door bovenstaande feiten nogal erg toeristisch geworden en dus met een nijpend parkeertekort. Gelukkig vonden wij wel een plekje onder een schaduwrijke boom.
En die avond bleek er een folkgroep te spelen op het marktpleintje, waardoor we in de loden hitte er nog een aantal dansen uit persten 😉